Sleutelpagina De tonen - De tonen boven en onder elkaar (flat)

Als je de gitaarhals goed gaat bekijken dan gaan je dingen opvallen. Zo ontdek je dat de tonen min of meer een vaste plek hebben ten opzichte van elkaar.

Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de B op de vierde snaar. Welke toon zit er onder? Dus welke toon zie je op de derde snaar onder de B van de vierde snaar?

Inderdaad, de E.


Kijk nu eens naar de B op de zesde snaar. Welke toon zit er onder op de vijfde snaar?

Inderdaad, de E.

Oké, kijk nu eens goed naar die gitaarhals en bestudeer eens goed hoe de tonen gerangschikt zijn. Neem hier uitgebreid de tijd voor.

  • Welke toon zit er steeds onder de B? De E.

  • Welke toon zit er steeds onder de E? De A.

  • Enz.

Als het goed is heb je ontdekt dat het altijd klopt, behalve op de tweede en derde snaar.

Dat komt omdat de stemming van de derde snaar ten opzichte van de tweede snaar een halve toon anders is dan bij de andere snaarparen.

Dit zijn de snaarparen:

  • De eerste en tweede snaar vormen samen het eerste paar.

  • De tweede en derde snaar vormen samen het tweede en afwijkende paar.

  • De derde en vierde snaar vormen samen het derde paar.

  • De vierde en vijfde snaar vormen samen het vierde paar.

  • De vijfde en zesde snaar vormen samen het vijfde paar.

Waarom is dit zo gedaan?

Heel eenvoudig:

Op die manier kan je veel makkelijker drieklanken en vierklanken spelen, op die manier kan je dus veel makkelijker akkoorden spelen.

Het heeft dus alles te maken met de manier waarop je vingers aan je hand zitten. Daar zijn de snaren op afgestemd. Het heeft dus alles te maken met ergonomie.

Hieronder kan je zien hoe de tonen op een vaste manier onder elkaar staan.

Ook zie je steeds die verspringing terug op de tweede en derde snaar. Die verspringing is met oranje aangegeven.

Hierbij nog even het volledige rijtje:

  • E zit onder B

  • B zit onder Gb (Ges)

  • Gb zit onder Db (Des)

  • Db zit onder Ab (As)

  • Ab zit onder Eb (Es)

  • Eb zit onder Bb (Bes)

  • Bb zit onder F

  • F zit onder C

  • C zit onder G

  • G zit onder D

  • D zit onder A

  • A zit onder E

  • E zit onder B

  • B zit onder Gb (Ges)

Je kan de volgorde uit je hoofd leren met behulp van deze rij:

B E A D G C F Bb Eb Ab Db Gb

(Als je goed kijkt zie je dat je eigenlijk alleen maar de eerste zeven tonen hoeft te onthouden. De volgende vijf zijn gelijk aan de eerste vijf alleen een halve toon lager.)

Extra info (mag je ook overslaan)

Dezelfde volgorde vind je ook terug in de kwintencirkel.

Op een andere pagina lees je veel meer over de kwintencirkel, maar kwint betekent vijf. Het heeft dus te maken met de vijfde toon.

Maar wat is dan die vijfde toon en wat is er dan mee, zul je je afvragen.

Heel in het kort: Do Re MiFa So La TiDo is de sleutel. Dit is de toonladder die centraal staat in onze muziek.

Do is 1.

So is 5.

Als Do gelijk is aan C, dan is So gelijk aan G.

Want spelen in C betekent dat je de volgende tonen achter elkaar speelt:

C D EF G A BC

En als je nu kijkt in de kwintencirkel dan zie je deze vijf-structuur dus terug. Kijk maar naar CG. Kijk maar naar DA. Kijk maar naar EB. Voor nu ga ik er verder niet op in.

En waarschijnlijk is dit voor jou nu nog te ingewikkeld. Niet ongerust worden. Voor nu mag je dit gewoon vergeten.

Want deze pagina gaat alleen maar over hoe de tonen boven en onder elkaar zitten op de gitaar.

Bb spreek je uit als: Bes of B-flat Het betekent

Eb spreek je uit als: Es of E-flat

Ab spreek je uit als: As of A-flat

Db spreek je uit als: Des of D-flat

Gb spreek je uit als: Ges of G-flat

SP03B005